Veelgemaakte fouten bij het gebruiken van voegmortel
Diverse valkuilen
Het aanbrengen van voegmortel lijkt op het eerste gezicht misschien eenvoudig, maar er zijn diverse valkuilen waar je als klusser of professional tegenaan kunt lopen. Om ervoor te zorgen dat jouw voegproject soepel verloopt en het eindresultaat van hoogwaardige kwaliteit is, bespreken we hier enkele veelvoorkomende fouten en hoe je deze kunt voorkomen.
Lees ook de handleiding over het aanbrengen van voegmortel.
1. Onvoldoende tijd nemen voor het voegproject
Een van de grootste fouten die mensen maken is het onderschatten van de tijd die nodig is voor goed voegwerk. voegmortel aanbrengen vereist geduld en zorgvuldigheid. Neem de tijd om de ondergrond goed voor te bereiden, voegmortel aan te brengen en vervolgens grondig te verdichten. Een gehaast voegproces kan leiden tot slordig werk en uiteindelijk een minder duurzaam resultaat.
2. Spijt van de uitgekozen voegkleur
De voegkleur bepaalt voor een groot deel de uitstraling van je bestrating. Kies daarom bewust en gebruik eventueel proefstukjes om te zien hoe de voegkleur past bij je tegels of stenen.
3. Niet goed verdichten van de voegen
Het correct verdichten van voegen is cruciaal. Gebruik hiervoor de WS Voegenroller of een voegspijker om ervoor te zorgen dat de voegmortel diep genoeg in de voegen doordringt. Hierdoor wordt de stabiliteit van de bestrating vergroot en voorkom je dat de voegmortel snel loskomt uit de voegen.
4. Te weinig water gebruiken
Voegmortel heeft voldoende water nodig voor een optimale verdichting. Zorg ervoor dat je voldoende water gebruikt tijdens het aanbrengen en inkeren van de voegmortel. Dit helpt ook om de voegmortel makkelijker en sneller te verwerken.
5. Niet goed schoontrekken
Het schoontrekken van de bestrating na het aanbrengen van voegmortel is een cruciale stap voor een nette afwerking. Gebruik de WS Vloertrekker of WS RVS Watertrekker met kraantje om overtollige voegmortel van de tegels te verwijderen voordat het uithardt. Hiermee voorkom je vlekken en maak je de bestrating direct mooi schoon.
6. Te smalle voegen kiezen
Ondanks dat voegen van 3 mm breedte mogelijk zijn, adviseren wij voegen van minimaal 5 mm breedte en bij grote tegels van 100×100 cm zelfs 8 mm voor een sterke voeg en stabiliteit van de tegels. Te smalle voegen kunnen leiden tot minder duurzame voegen en het eventueel loskomen van de voegmortel.
7. Geen gebruik van WS Voegkruisjes of Spacers
Om een strak lijnenspel te creëren, is het gebruik van WS Voegkruisjes of WS Spacers essentieel. Hiermee behoud je gelijke afstanden tussen de tegels en voorkom je scheve lijnen en ongelijke voegen.
8. Onvoldoende aandacht voor massa bij dunne tegels
Bij dunne 2 cm keramische tegels is voldoende massa van de voegmortel essentieel, vooral op bewegende ondergronden. Zorg ervoor dat de voegbreedte ruim voldoende is en de ondergrond volledig conform de normen en gebruikelijke technieken (fundering, onderlaag, plaatsingsbed, helling om oppervlaktewater te laten wegvloeien, drainagesystemen etc.) is uitgevoerd.
9. Beginnen met voegen op onvoldoende schone ondergrond
Start het voegen pas nadat zowel de tegels als de voegen volledig schoon zijn. Dit voorkomt dat vuil en resten in de voegen komen en dat er geen eventuele residu overblijft.
10. Kiezen voor kwalitatief minder goede voegmortel
Het gebruik van voegmortel met een lagere druksterkte of die niet geschikt is voor jouw specifieke voegproject kan leiden tot loskomende voegen en verminderde duurzaamheid. Kies altijd voor kwalitatief hoogwaardige voegmortel die geschikt is voor jouw type bestrating. Wij kunnen je hierin adviseren.
11. Niet onder water zetten van overtollige voegmortel
Bewaar overtollige voegmortel altijd in een afgesloten emmer onder water. Hierdoor blijft de voegmortel 3 tot 6 maanden bruikbaar en voorkom je dat het uithardt wanneer je het opnieuw wilt gebruiken.
12. Afstandhouders (Nokken) als voeg gebruiken
Gebruik eventuele afstandhouders op de tegels niet als voeg door ze strak tegen elkaar aan te straten. Dit resulteert in een minder strak lijnenspel en onvoldoende diepte en massa bij de afstandshouders, waardoor de voegmortel minder sterk is.
13. Te hoog voegen
Voegmortel moet tot aan de onderkant van de afschuining of het facet worden aangebracht. Voeg nooit tot aan de bovenkant van de steen of tegel, omdat dit de voeg verzwakt en kan leiden tot loslating. Zelfs als je het esthetisch mooier vindt om de bestrating tot aan de bovenkant te voegen, moet je dit vermijden om voegproblemen te voorkomen.
Vermijd de veelgemaakte fouten
Door deze veelgemaakte fouten te vermijden en onze tips op te volgen, ben je goed op weg naar een succesvol voegproject met een duurzaam en esthetisch eindresultaat. Voor meer informatie en advies kun je altijd contact met ons opnemen.